10 vooroordelen over wijn. Zijn ze juist of fout?

24/02/2020 Thomas Verlinden

Er doen verschillende fabeltjes de ronde over wijn. Niet verwonderlijk, aangezien deze fascinerende drank uit de 3de eeuw voor Christus sinds tijden synoniem staat aan gezelligheid, plezier en soms zelfs losbandigheid. Maar wat is waarheid, en wat is verzinsel? We nemen 10 wijnspreuken onder de loep!

1. Hoe duurder de wijn, hoe beter.

Fout! Een duurdere fles betekent niet per se dat het een goede wijn is. Integendeel, betaalbare wijnen van kleine kwekers kunnen een zeer goede keuze zijn.

2. Een fles wijn moet je altijd eerst decanteren.

Decanteren of niet decanteren? Dat is de vraag; en een onderwerp dat vaak veel stof doet opwaaien bij wijnliefhebbers. Het antwoord is nee, het is niet altijd nodig om een wijn te decanteren. Hoewel het een nobele daad is, kan het decanteren van een wijn deze zijn karakter doen verliezen. Voor wijnen van gevorderde leeftijd kan dit dus nefast zijn. Wie per se wil decanteren, geeft hiervoor dus best de voorkeur aan jonge wijnen. Laat ze op die manier ademen en hun aroma's vrijgeven.

3. Wijn in een magnumfles is altijd beter.

Correct! Eén magnum komt overeen met 1,5 liter, of twee traditionele flessen. Dit betekent ook dat het magnum, vanwege zijn capaciteit, een meer harmonieuze ontwikkeling van de aroma's mogelijk maakt, maar ook een beter behoud van de wijn!

4. Een wijn op leeftijd smaakt beter dan een jonge wijn.

Het gezegde “Leeftijd is zoals wijn: hoe ouder, hoe beter" biedt geen zekerheid. De meningen zijn verdeeld en er is geen regel of wet die bepaalt hoe lang een wijn nog moet rijpen. Het zal vooral afhangen van de druivensoort, de jaargang, maar vooral ook van het gehemelte van de consument! Wordt er niet gezegd dat er voor elke smaak wel iets te vinden is? En laat dat nu net de charme van wijn zijn!

5. Rode wijn hoort bij vlees en kaas; witte wijn is voor visgerechten.

Dat is helemaal verkeerd! Integendeel, de meeste kazen gaan perfect samen met witte wijn. Neem bijvoorbeeld geitenkaas, koppel het met een Sancerre en ontdek dit unieke huwelijk van smaken. Durf dus zeker onbekende combinaties maken en je zult niet teleurgesteld zijn!

6. Wijndroesem is een defect.

Ja en nee. Het bezinksel op de bodem van de fles is noch een defect, noch een teken van slechte kwaliteit. Let er echter op dat je er niet te veel van slikt; het smaakt niet bepaald geweldig.

7. De beste tijd om wijn te proeven...? In de ochtend op een lege maag.

Ja hoor! Honger maakt je bijzonder gevoelig voor de geuren die wijn biedt! De beste tijd is waarschijnlijk bij het ontbijt, hoewel we jou nog steeds adviseren om te wachten tot 11 uur. Geen risico echter om dronken te worden omdat, zoals je weet, wanneer je een wijn proeft, je deze daarna uitspuugt.

8. Alleen rode wijnen worden gerijpt in vaten.

Fout. Zowel rode als witte wijnen kunnen in vaten gerijpt worden. Het hangt gewoon af van de wensen van de producent en niet van de kleur zoals men zou denken.

9. Champagne wordt het best gekoeld en in fluiten geserveerd.

Heiligschennis is dit! Zet jouw flessen champagne nóóit in de koelkast. Er is niets erger dan een wijn (ja, champagne is een wijn!) een temperatuursverandering ondergaan die te brutaal is. Wat de fluiten betreft, hoewel ze erg esthetisch zijn, zijn ze niet geschikt om champagne te proeven. Ze beperken het contactoppervlak tussen de lucht en de wijn en dus de verspreiding van aroma's. Probeer liever een tulpglas!

10. Je drinkt eerst witte wijn; daarna pas rode.

Deze richtlijn ontstond met de intentie om mogelijke migraine te voorkomen. Maar is niet waar. Je kan na het drinken van een rode wijn gerust weer overschakelen op witte wijn, bijvoorbeeld als je kaas eet. Het gaat eerder om het evenwicht en niet om de kleur. Let hierbij op de intensiteit en de zoetheid van de wijn: serveer de wijn met meer tannines na de lichtere, alvorens de maaltijd af te sluiten met een zoetere wijn.

relatedCourses

previousLabel